Ga naar hoofdinhoud

Werkwijze Sinusmaaien

Na een inventarisatie maai je in een vroeg of laat voorjaar eerst een sinuspad en pas na enige tijd alles binnen het sinuspad.

De periode tussen het sinuspad en alles daarbinnen bepaal je zelf; er is geen aanduiding wanneer te maaien, de natuur geeft het aan.

De maaimethode kan je diverse keren herhalen maar drie keer een sinuspad maaien betekent ook drie keer alles daarbinnen. De paden gaan elkaar dan kruisen. Het aantal maaimomenten hangt ook af van de aanwezige vegetatie, het terrein en droogte of nattigheid. Langs bosjes kun je een zoomvegetatie bereiken door niet alles te maaien of gefaseerd te maaien en zo een geleidelijke overgang te creëren van gras naar bos.

Vooral de variatie is zeer aantrekkelijk voor vlinders. Ze warmen hier op en leggen hun eitjes. De rupsen kunnen zich zo goed ontwikkelen.

In 2020 vonden we tientallen rupsen van de dagpauwoog op de grote brandnetel en konden we met maaien deze locatie met rust laten. Ook was er een waarneming van het zwartsprietdikkopje, wat geen algemene vlinder is maar een echte graslandvlinder.

De vijf V’s

In feite moet ieder gebied voldoen aan de vijf V’s, dat wil zeggen: Er moet genoeg Veiligheid zijn, fauna moet zich kunnen Verplaatsen, er moet genoeg Voedsel te vinden zijn om zodoende gelegenheid scheppen zich te kunnen Voortplanten in optimale omstandigheden en dus gaat het vooral om Variatie in de vegetatie! Voor de flora geldt dat de planten zich kunnen uitzaaien want ook met sinusmaaien kun je selectief en gefaseerd te werk gaan en desgewenst bijsturen.

Michel de Wit

vlinder dagpauwoog paarse bloem
Back To Top